Mijn kraamweek: de eerste dagen met Loua

dinsdag 31 augustus 2021
birgit-roobol-loua-kraamweek
De kraamweek. Vaak beschreven als een grote roze wolk. Of een grijze wolk. Voor mij was het allebei: een roze donderwolk. Keiharde regen, schitterende zonnestralen en hoog aan de hemel een grote regenboog.

Mijn baby op de best mogelijke manier op aarde zetten. Dat was mijn focuspunt. Die kraamtijd zou ik wel over me heen laten komen. Gewoon zoveel mogelijk rust nemen, veel huid-op-huid-contact, even je tanden op elkaar voor de borstvoeding, genieten van je baby en je laten verwennen. Met een moeder als kraamverzorgster zou dat wel goed komen. Achteraf kan ik zeggen dat ik me niet goed genoeg heb voorbereid op de kraamtijd. Eerlijk gezegd wist ik niet eens dát ik me er goed op moest voorbereiden. Natuurlijk wist ik dat het meer was dan een grote roze wolk vol beschuit met muisjes, cadeautjes en kraamvisite. Maar dít had ik nooit verwacht. Ik neem je mee in de meest bijzondere week (tien dagen) van mijn leven.

De eerste uren

Ik weet nog dat ik een paar uur na mijn bevalling op de bank zat. Mijn buik was leeg, mijn ogen dik en de kleur op mijn gezicht was grauw. Ik had nog geen oog dichtgedaan. Maar moe was ik niet. Ik stond stijf van de adrenaline. Pijn had ik ook niet, ik voelde me hooguit een beetje beurs en stijf.

Rond 18.00 uur word ik naar boven gestuurd. Met tegenzin ga ik naar bed. De mensen die ik liefheb zitten beneden en in het wiegje naast mij ligt een klein hoopje geluk. Haar neusje is ingedeukt en haar haartjes zitten onder het mutsje op haar hoofd geplakt. Het is het verkeerde mutsje. Dit was eigenlijk die voor direct na de bevalling, maar daar was het ‘mooie mutsje’ voor gebruikt. Het is maar waar je je druk over kunt maken.

Loua ligt heerlijk te slapen. Haar eerste uren op aarde hebben duidelijk indruk op haar gemaakt. Ik hoop maar dat ze blijft slapen. Het bed staat namelijk op klossen en het is bijna een onmogelijke opgave om haar uit het wiegje te pakken. Haar kleine lijfje gaat schokkerig op en neer. Ik weet dat baby’s zo ademen, maar ik durf mijn ogen niet van haar af te houden. Ik wil voor altijd naar haar kreunende ademhaling luisteren en over haar kleine, rimpelige knuistjes aaien. En terwijl ik haar aan blijf staren, herhaal ik haar naam oneindig in mijn hoofd. "Loua Mae Krijthe", eindelijk wordt haar naam hardop uitgesproken. Ik kan nog écht niet slapen. Ik ben nog lang niet moe. Hoe kun je in godsnaam gaan slapen op de mooiste dag van je leven?

Of ik echt het besef heb wat er zojuist allemaal is voltrokken, weet ik niet. Ik ben voor mijn gevoel heel helder maar tegelijkertijd gaat er van alles langs me heen. Ik ben zojuist bevallen. Ik ben moeder geworden. Met iedere vezel in mijn ziel houd ik van haar, maar wat ik precies voor haar voel, weet ik nog niet echt. Het is gek om te beseffen dat ze bij ons hoort. Dat zij míjn dochter is en ik haar moeder ben.

kraamweek-blog-2


De roze wolk met een heel rauw randje

De volgende ochtend (26 oktober 2020) schrik ik wakker. Het is 06.00 uur en Loua ligt nog steeds te slapen. Mijn moeder had me al gewaarschuwd dat je de eerste nacht vaak cadeau krijgt, maar ik moet toch éven checken of ze nog ademt. Hoe moe ik ook was van de bevalling en ruim 48 uur wakker zijn, slapen lukte me amper. Het was alsof ik de nacht had doorgebracht op de savanne, met leeuwen, hyena’s en andere roofdieren op de loer. Ik voelde continu de angst dat er iets met mijn kleine meisje zou gebeuren en bij ieder zuchtje of kreuntje, schoot ik omhoog. Moederinstinct aanwezig: check.

Ook ontdek ik dat ik me lichamelijk een stuk rotter voel. Gisteren ging het best prima. Ik heb zelfs regelmatig gedacht dat ik er goed vanaf was gekomen, maar nu ik zo wakker word, piep ik toch anders. Bij de kleinste beweging voel ik dat mijn hele lichaam pijn doet. Alsof ik overreden ben door veertig vrachtwagens.

Ik moet plassen van mijn moeder. Ik ben gisteren namelijk meerdere malen gekatheteriseerd en een blaasontsteking ligt op de loer. Ook vertelt ze me dat ik iedere keer voor het voeden moet plassen. Dan krimpt je baarmoeder sneller. Maar alleen naar de wc gaan lukt nauwelijks. Het bed uitkomen is al een onmogelijke opgave. Mijn moeder belooft me dat als het in de loop van de dagen beter gaat, het bed van de klossen af mag. “Fijn”, denk ik. Met o-benen (onder andere door het driedubbele matras in mijn gaas-onderbroek) en een loodzwaar gevoel tussen mijn benen, waggel ik naar de wc. Plassen. Alleen de gedachte al. Ik vind het doodeng.

Gewapend met een schenkbeker met lauwe kamillethee zit ik op het toilet, maar bij de eerste druppel urine, blokkeert meteen alles. “Jezus, het is alsof ik accuzuur pis”, snauw ik. Ze knikt. “Ga anders onder de douche, die warme straal werkt ook verlichtend.” Dus daar zit ik dan. 25 jaar, met mijn beurse, opgezwollen vagina (die ook aan gereden is door dezelfde veertig vrachtwagens) op een douchekrukje, onder de douche te plassen. Zo romantisch als het is als de baby verwerkt wordt, zo niet-romantisch is het als de baby er eenmaal uit is.

Maar ook de borstvoeding is op zijn zachts gezegd nogal een opgave. Loua hapt goed aan, maar is nog een beetje misselijk van de bevalling. We moeten haar goed stimuleren om door te drinken door over haar voetje te wrijven en haar luier tussendoor te verschonen. Het wordt me snel duidelijk dat borstvoeding geven niet iets is wat je ‘even’ doet. Hoe schattig Loua er ook uitziet, als ze aanhapt, voelt het alsof er tien kleine piranha’s in mijn tepel bijten. Met opgetrokken schouders — “Relax Birgit! Anders krijg je last van je rug!” — kijk ik hoe het kleine minimensje gulzig uit mijn borst drinkt. Althans, ik hoop dat ze drinkt. Ik heb nog geen druppel gezien maar mijn moeder zegt dat ze slikt en zegt dat het supergoed gaat. Ik vertrouw maar op haar.

birgitroobol-kraamweek-5


Een achtbaan van emoties

Met dat moederinstinct zit het dus wel goed. En ook al is het niet zoals ik me voorstelde (uren lang naar je baby kijken en je alleen maar fantastisch en verliefd voelen), voel ik dat Loua bij mij hoort en ik haar moet beschermen. Maar… weet ik eigenlijk wel hoe dat moet?

Ik voel dat ik heel erg op het advies van mijn moeder reken. En op dat van Donny. Mijn moeder is de expert en Donny is al papa. Zij weten hoe dit moet. Ik niet. Ik ben zó bang om iets verkeerd te doen. En ik mag het niet verkeerd doen. Het moet perfect. Want zij is perfect. Ze is amper 72 uur oud en ik wil haar nu al behoeden voor al het kwaad en ongeluk in de wereld. Op dag drie breek ik. De afhankelijkheid van Loua maakt me ontzettend breekbaar. De gedachte dat er ook maar iets met haar zou gebeuren, snijdt in mijn ziel en ik heb continu het gevoel dat ik haar ‘in leven moet houden’. Ik check de hele dag door of ze nog wel ademt en vraag me bij ieder geluidje af of ‘dit hoort’.

Maar ook de pijn van mijn lichaam gaat in mijn hoofd zitten. Ik lig continu op bed (nogal logisch als je drie dagen geleden bent bevallen, maar ik heb weinig rust in mijn lijf), kan niet langer dan vijf minuten staan en het is me dan ook nog niet gelukt om een luier te verschonen. Natuurlijk kan mijn moeder (de kraamzorg) dat doen. Of Donny. Maar het voelt alsof ik mijn kind tekort doe. Tel daarbij de vermoeidheid op en het gevoel dat ik de hele dag met niets anders bezig ben dan borstvoeding — “Serieus, moet ze nou weer eten?!” is een gedachte die regelmatig in mij op is gekomen — en je hebt het recept voor een labiele Birgit.

De wereld draait door, maar de mijne staat stil

Er zijn een paar dagen verstreken. Loua is alweer een paar dagen oud. En hoewel ik haar iedere minuut zie veranderen, ben ik me nauwelijks bewust van de verstreken dagen. Ik ben scherp en suf tegelijk. Kraakhelder in mijn eigen roes. De vermoeidheid hangt als een zware jas om mijn schouders, maar het laatste beetje adrenaline in mijn lijf vecht terug. Dóórgaan Birgit. Je moet dóórgaan.

Wat misschien nog wel het vreemdste is, is dat er daarbuiten gewoon een hele wereld is die écht doorgaat. Met mensen die naar hun werk gaan. Boodschappen doen. Ruzie maken over het huishouden. Terwijl ik net een kind op de wereld heb gezet. Mijn wereld bestaat op dit moment uit mijn slaapkamer, de badkamer, met een klein beetje mazzel nog een uitstapje naar de kastenkamer voor een schoon setje kleding of frisse sokken en soms waag ik de uitstap naar beneden. Maar waar ik ook ga: het is nooit verder dan vijf meter uit de buurt van mijn pasgeboren baby.

Ondertussen neemt Donny zoveel mogelijk to-do’s op zich. Extra beschuit met muisjes halen bij de supermarkt. Roze ballonnen kopen. Appelstroop. Tepelhoedjes. Witte kool voor in mijn bh. Er worden zelfs nieuwe lampen voor in de woonkamer gekocht. En: “wat gaan we eigenlijk eten vanavond?”. Mijn moeder zorgt natuurlijk voor mij en Loua, houdt het huishouden up and running, doet zelfs nog een uitstapje naar de Prénatal voor wat lieve basics in een mini-maatje, shopt een hangmat voor de kleine meid én neemt Loua ’s ochtends na de eerste voeding mee naar beneden voor een knuffelsessie, zodat wij nog even kunnen slapen.

kraamweek-birgitroobol-6


Mijn vader. Mijn broertje. Mijn schoonouders. Iedereen helpt, denkt en zorgt mee. Zoveel hulp dat het bijna overweldigend is. Maar toch voel ik me op momenten erg eenzaam. Natuurlijk is het fantastisch dat Donny zoveel mogelijk op zich probeert te nemen, maar het liefst doe ik het allemaal samen. Maar dat kan niet. Ik ben bevallen, ik geef borstvoeding, het is nu echt aan mij. Bovendien ben ik het niet gewend om alleen naar bed te gaan, maar nu 19.30 uur mijn nieuwe bedtijd is, houdt Donny Loua bij zich. Terwijl zij beneden zitten, mis ik ze boven in bed en overspoelen de tranen me soms.

Kraamtranen

Zo soepel als dat mijn bevalling ging (oké, op die placenta na), zo hobbelig verloopt mijn kraamweek dus. Als we er dan ook nog op woensdagmiddag achterkomen dat mijn hechtingen zijn losgelaten (lees hier het hele verhaal ) ben ik even één brok ellende. Ik huil, huil, huil, alsof ik jaren niet heb gehuild.

Maar ik huil ook om een lief appje van een oud-schoolvriendinnetje. Om alle cadeautjes en lieve kaartjes die iedere dag binnenkomen (zelfs van de directeur van mijn broertjes basisschool, hoe lief). Ik huil omdat sommige kleertjes van Loua tóch niet zo mooi staan als gedacht (daarom moet je dus vooral niet te veel vooraf kopen). Soms van vermoeidheid. Maar soms ook echt uit het niets.

Of om de goedbedoelde opmerkingen die er soms zo rot uitkomen. De verantwoordelijkheid. Al die aandacht, maar tegelijkertijd de eenzaamheid. De baby, die mijn baby is. Het zweet, het bloed en al die andere afvalstoffen die uit mijn lichaam gutsen. De pijn. De twijfels. Het besef dat al die mooi gestreken dure babykleertjes er niet toe doen. Het overweldigende gevoel van liefde. Het wakker worden voor een voeding als je net lekker ligt te slapen. Het is ook allemaal zó ontzettend veel.

kraamweek-blog-1


Negen maanden heb je je kunnen voorbereiden, maar niemand vertelt je hoe het echt zal zijn. Dat kun je alleen voelen. Dus je voelt, met iedere minuut van de dag een andere emotie. Het hoort erbij. Het zijn de eerste dagen van nieuw leven. Dat van je kindje, maar ook van jezelf: als moeder.

In mijn volgende blog vertel ik je meer over het tweede deel van de kraamweek. Over de borstvoeding. De kraamvisite. De raadselachtige dip in mijn productie én de enorme pijn in mijn bekken. De ongelofelijke liefde voor mijn baby die zo snel verandert. Mijn eerste tripje naar buiten. De laatste dag kraamzorg én het borstvoedingsreddende bezoek van de lactatiekundige.