Mijn kraamweek: de eerste dagen met Loua (deel twee)

woensdag 15 december 2021
kraamweek-1
De losgelaten hechtingen. Het bloederige kraamverband. Mijn branderige tepels. Mijn bleke huid die bijna doorzichtig is geworden. Ze zijn het symbool van deze eerste dagen met onze dochter. Maar alle kwaaltjes en pijntjes vallen totaal in het niet bij de warme deken van liefde over ons heen. Mijn ogen branden van het staren naar haar. Ze is zo mooi, zo lief en klein. Ik vind het zo overweldigend en bijzonder om haar moeder te zijn.

Ik neem je mee verder mee in mijn kraamweek: tien dagen lang in een achtbaan vól emoties. Geen week is zo magisch, liefdevol, kwetsbaar, rauw en onwerkelijk als je kraamweek. Toch waren het de mooiste dagen van mijn leven. Heb je het eerste deel gemist? Lees hier over het eerste deel van mijn kraamweek.

De borstvoeding: ineens was het een no-brainer

Van te voren leek het me zo gek; ‘een kind 'aan je tiet’. Maar nu ze er is, lijkt er voor mij geen andere weg. Na iedere voeding verwissel ik trouw het borstvoedingsarmbandje om mijn arm en zet ik de schuifjes op de tijd van de laatste voeding. Ik ben precies geworden waar ik van te voren zo bang voor was: een melkkoe. Met koolbladeren in mijn bh en een nachtkastje vol borstvoedingsproducten. Lanoline, cool pads, gaasjes met een verzachtende vloeistof, tepelhoedjes, a lles om de natuur zo goed mogelijk haar gang te kunnen laten gaan.

Dat borstvoeding geven niet iets is wat je zomaar doet, wordt in de eerste dagen snel duidelijk. Het is ontzettend intensief. Het drinken lijkt soms eeuwig te duren en er komt een compleet ritueel bij kijken. Loua valt namelijk snel in slaap, dus moeten we haar wakker maken, haar voetjes tijdens het drinken stimuleren, uitkleden, haar luier verschonen en weer aanleggen. Ook ’s nachts.

Maar de melk loopt, ze slikt overduidelijk en het gaat goed. Mijn moeder zegt zelfs voorzichtig dat ik, als ik wil, mag gaan kolven. Ze tovert het apparaat tevoorschijn wat ik als kind weleens in de gang heb zien staan. De plastic schelpen om mijn borst, het zuigende gevoel, het kille, machinale geluid… god, wat is dit vreselijk. Schaapachtig kijk ik mijn moeder en Donny aan, terwijl de eerste druppels in de flesjes vallen.

kraamweek-2

“Borstvoeding geven gaat dus goed. Maar het gaat nooit vanzelf.”

Dat blijkt absoluut na vijf dagen. We zitten nu absoluut op het zwaartepunt van de kraamweek en Loua blijft afvallen. Kolven lukt ook niet meer zo goed als de eerste keer. Mijn moeder legt uit dat als ze nog meer afvalt, we haar bij moeten voeden. Ik geef aan dat ik dit écht niet wil. Toch wil ik ook dat het goed gaat met Loua en ik merk dat die strijd niet alleen in mijn kop, maar ook in mijn lijf gaat zitten. Donny haalt alvast een paar kleine zakjes Nutrilon in huis. Just to be sure. Alleen het idee al vind ik vreselijk. Dit móét dit slagen.

Hoort het niet inmiddels beter te gaan?

De kraamtranen vloeien inmiddels al twee dagen rijkelijk en de positiviteit in mijn hoofd is ver te zoeken. De losgelaten hechtingen laten me nog niet los en mijn stuitje doet ongelofelijk veel pijn. Ik lijk eigenlijk wel steeds minder te kunnen.

Een luier verschonen, haar in bad doen, misschien zelfs een rondje buiten lopen, het zijn allemaal dingen waarvan ik stiekem had gedacht dat ik ze al lang zou kunnen. Maar uit bed stappen om even naar de wc te gaan, is me al te veel. En ik wéét dat het veel beter is om zoveel mogelijk boven te blijven. Niets te forceren. De visite te laten voor wat het is. Onder de dekens te blijven en zoveel mogelijk huid-op-huidcontact met Loua te hebben. Maar de stem in mijn hoofd schreeuwt precies het tegenovergestelde.

Gek eigenlijk, want alles van buitenaf komt keihard binnen. Die ene goede vriendin die ik tóch ’s avonds langs liet komen, omdat ik haar zo graag wilde zien. Een onaangekondigde visite van een verre kennis. De goedbedoelde adviezen en meningen van anderen. Ik neem alles als een spons op en kan me er niet tegen verweren.

Donny doet wat hij kan. Hij doet boodschappen. Houdt Loua beneden zodat ik kan slapen. Hij houdt het leven zoveel mogelijk draaiende, maar ook dat vind ik lastig. Want misschien wil ik juist even dat het allemaal stopt. De tijd bevriezen en de hele dag met zijn drieën in bed liggen. Doen alsof alles daarbuiten niet bestaat. Ik heb het gevoel dat mijn leven stilstaat en dat van hem doorgaat. Maar dat is natuurlijk helemaal niet zo, hij doet op zijn manier zo erg zijn best om te helpen. Als man sta je toch een beetje buiten spel — jij hoeft geen borstvoeding te geven of te herstellen van een bevalling. Het zijn overduidelijk de hormonen die tegen me praten.

kraamweek-3

Eén van mijn reddingen is absoluut mijn moeder. Het is zo fijn dat ik niet op de klok hoef te kijken, of hoef te balen dat ze al naar huis is, want ze is er, vierentwintig uur per dag. Haar aanwezigheid, steun en deskundigheid maakt de pijn en oververmoeidheid zachter. Ze lacht en vertelt dat het allemaal oké is. Dit hoort erbij.

Een flesje kunstvoeding

“Je bent op, Birgit”, zegt mijn moeder streng. Donny stemt toe; “ja, we gaan dit gewoon doen. Het moet niet ten koste gaan van jezelf. Dit is beter voor jou en voor Loua.” Het klinkt misschien dramatisch, maar op dat moment was het een van de moeilijkste beslissingen van mijn leven. De hormonen gieren door mijn lijf en het voelt alsof ik mijn dochter tekort schiet. Want de melk is er — waarom groeit ze dan niet?

Aan Donny de eer om het flesje te geven. Met brandende ogen kijk ik toe, hoe lief het tafereeltje ook is. Papa en zijn kersverse dochter. Ik lik mijn droge lippen nat en glimlach, maar de zoute smaak van mijn tranen overheerst. Hij kijkt mij liefdevol aan en zegt: “we proberen het zo gewoon nog een keer. Het komt echt wel goed.” Mijn moeder knikt. “Het komt echt wel goed.”

Gelukkig worden de dagen ook verlicht met zoveel mooie dingen. Donny die voor het eerst met haar onder de douche staat. De vertederende scenes met grote broer en zus. De bezoekjes van mijn schoonouders, vader en broertje en hun eerste momenten met Loua. De steuntjes en kreuntjes. De kleine handjes. De newborngeur. Ze is slechts een paar dagen oud en maakt nú al het donker weer licht.

kraamweek-4

De lactatiekundige en bekkenfysio

De laatste dagen van mijn moeder als kraamverzorgster in huize Krijthe breken aan. We moeten bijna op eigen benen gaan staan. De kraamtranen beginnen een klein beetje op te drogen en ik voel me íets minder labiel, voor zo ver dat kan als vrouw in haar kraamweek.

Ondertussen is verloskundige Elze (die bij mijn bevalling aanwezig was) langsgekomen om de bevalling door te spreken. Ook kan ik mijn verhaal doen over het voorval met de gynaecoloog. Zij vertelde dat het allemaal goed komt. Ook met die losgelaten hechting. “Ik zie een nieuwbakken mama, met een alert, zoet baby’tje. Beter kan niet, toch?!”

Ik blijf wel veel pijn houden in mijn bekken, dus voor de zekerheid breng ik op dinsdag (de laatste dag van de kraamweek) een bezoekje aan de bekkenfysio. Maar daar komt eigenlijk niks uit. Gelukkig maar. De pijn in mijn lijf is dus echt te wijten aan de lange uitdrijvingsfase. “Niet gek ook”, vertelt de bekkenfysio. “Twee en een half uur persen is topsport.”

Ook maakt mijn moeder een afspraak voor mij met een lactatiekundige. We konden gelukkig al stoppen met bijvoeden, want Loua begon weer aan te komen, maar toch heb ik het idee dat de borstvoeding toch wat stroever loopt dan in het begin. Het lijkt haar raadzaam dat een deskundige meekijkt. Zó fijn, een moeder en kraamverzorgster die overal aan meedenkt.

De lactatiekundige is een geschenk uit de hemel. Het is een vlotte vrouw uit Volendam en ze heeft nog amper haar jas uit, als ze al ziet waar het misgaat. Loua heeft een verkeerde drinktechniek. “Ze knijpt je tepel dicht”, vertelt ze. “Hierdoor stroomt de melk minder goed, waardoor je lijf het signaal krijgt dat het minder melk aan moet maken. Vergelijk het met drinken door een dichtgeknepen rietje.” Ik luister aandachtig. “Jij kunt hier dus hélemaal niks aan doen. En het fijne is: dit is makkelijk te verhelpen. Kom, ga zitten. Ik ga je helpen.”

kraamweek-5

Na een klein onderzoekje bij Loua (ze checkt  onder andere haar lipbandje en tongriem), gaat ze weer naast me zitten en laat ze me verschillende houdingen zien. Ook laat zien hoe we ervoor kunnen zorgen dat ze goed aan hapt: je duim op haar kinnetje, waardoor haar mond goed open is, in je borst knijpen waardoor het een ‘ hamburgertje ’ (borstvoeding mommy’s know ) wordt én dan aan happen. Ook raadt ze me aan om te power kolven — oftewel: extra intensief en vaak kolven. Het vergt nogal wat stapjes, oefeningen en energie, maar twee dagen naar haar komst merk ik al enorm verschil en stroomt de melk als nooit tevoren.

Het zit erop: het einde van de kraamweek

En dan zit het er écht op. De kraamweek. Tien dagen lang intensieve zorg. De eerste tien dagen van Loua’s leven en de eerste tien dagen van mijn leven als moeder. Het was een rollercoaster. Maar goed,  dat is synoniem voor kraamweek, toch?

Ik dacht écht na de bevalling: “zo, dat zit er op.” Ik dacht dat dát het ‘ergste’ was, maar achteraf is de bevalling een fluitje van een cent geweest bij de kraamweek. Dat betekent overigens niet dat het pure ellende was, maar het was wel heftig. Zeker omdat je je bijna niet op voor kunt bereiden (als je je eerste kind krijgt in ieder geval) op al die vreemde gevoelens die je overspoelen. Je weet nou eenmaal nog niet wat het inhoudt om moeder te worden en een baby te hebben.

Natuurlijk had ik gelezen dat het intensief zou zijn. Maar dit had ik nooit verwacht. Als ik aan de kraamweek dacht, stelde ik me voor dat ik haar in bad zou doen, haar luier zou verschonen en het eerste rondje met haar zou lopen. Allemaal mijlpalen waar ik nog niet aan toe was gekomen. Op sommige momenten was de roze wolk in geen velden of wegen te bekennen, en zowel lichamelijk als fysiek vond ik het zwaar. Daar kon ik me vervolgens dan weer heel druk over maken, want ik had toch een fijne bevalling gehad? Ik had toch een zoet baby’tje op de wereld gezet? Er was toch niets ergs aan de hand?

Achteraf weet ik dat al die emoties normaal zijn en kijk ik met ontzettend veel weemoed op terug. Het was een roes, maar wel een hele mooie, bijzondere roes. Bedolven van liefde, warmte. En naast alle zware momenten, heb ik van iedere minuut genoten. Het geeft meteen weer hoe ‘dubbel’ en complex het moederschap is. Zwaar, maar zó mooi en het zó waard. En dit is nog maar het begin.
Een ode aan mijn moeder
Ik kan deze verhalen over de kraamweek niet afsluiten zonder nog één korte ode aan mijn moeder. We hebben steun gehad van heel veel lieve mensen in onze omgeving. Familie én vrienden. Natuurlijk was Donny alles wat we ( Loua en ik) nodig hadden op dat moment en had ik mijn geen lievere, meer zorgzame vriend en vader kunnen wensen. Maar mijn moeders rol was toch wel zó speciaal.

Ineens snapte ik precies waarom mijn moeder voor sommige vrouwen zo’n belangrijke rol in hun leven speelt. Mijn moeder is getuige van de meest bijzondere periode in een mensenleven. Mijn moeder helpt, begeleidt, verzorgt kersverse gezinnen — en voor het eerst in mijn leven realiseerde ik écht hoe bijzonder dat is. Ze brengt kennis bij, zorgt ervoor dat het gezin draaiende blijft, zorgt voor mama en baby, droogt de kraamtranen en vertelt vrouwen dat het allemaal beter wordt op de momenten waarop ze het even niet meer helder zien.

kraamweek-6

Mijn moeder. De kraamverzorgster. De heldin. Ze reed naar de grootste Prénatal in de buurt voor nog wat extra kleine maatjes. Ze kocht een speciale babyhangmat voor Loua, waarin ze maanden lang heerlijke dutjes deed en ontspande. Ze kookte. Ze nam Loua ’s ochtends mee naar beneden na de eerste voeding voor een uitgebreide knuffelpartij, zodat wij nog even verder kon slapen. Ze kookte, deed boodschappen, verzorgde de visite én gaf de beste tips. Ze moest zélfs nog even op en neer naar Rotterdam om naar de tandarts te gaan omdat ze met een ontstoken kies zat. Ze was er, vierentwintig uur per dag, tien dagen lang.

En het mooie: ze deed de deur achter zich dicht na de kraamweek, maar het fijne aan deze kraamverzorgster is, ze komt nog steeds terug. Ik ben haar voor eeuwig dankbaar.